Directieve therapie voor de behandeling van een depressie
Directieve therapie richt zich op concrete en haalbare doelen. Het is de bedoeling dat deze doelen behaald zijn aan het einde van de therapie. De rol van de therapeut is hierin sterk sturend. Hij geeft duidelijke aanwijzingen over het verhelpen van de klachten van een cliënt. De cliënt krijgt relatief makkelijke opdrachten mee om thuis uit te voeren. Omdat de opdrachten tot concrete resultaten leiden en vrij makkelijk zijn is de kans op slagen relatief groot, en daarbij kan een gevoel van succes ontstaan. Op deze manier is er een duidelijke vooruitgang tijdens de therapie zichtbaar, en wordt er stap voor stap naar het doel toegewerkt. Zo kan de therapie goed worden afgesloten. Door de sturende rol van de therapeut is directieve therapie vooral geschikt voor cliënten die duidelijke klachten hebben en geen behoefte hebben aan persoonlijke groei. Ook voor mensen die geen inzicht gevende therapie aankunnen is directieve therapie een geschikte optie.
Hoe ziet directieve therapie bij een depressie eruit?
Directieve therapie is een vorm van eclectische psychotherapie. Dat houdt in dat er geen vast patroon is waar de therapeut zich aan houdt, maar dat de cliënt bepaalt hoe de therapie eruit gaat zien. De cliënt mag beslissen welke methode het beste effect geeft. Er kunnen dus verschillende methodes van andere therapieën gebruikt worden bij directieve therapieën. Combinaties van methodes zijn ook mogelijk. Voorbeelden van werkwijzen die worden gebruikt zijn gedragstherapie, gezinstherapie of hypnotherapie.
Duur en frequentie van directieve therapie bij de behandeling van een depressie
Directieve therapie is een kortdurende therapie. De gemiddelde duur ligt tussen de vijf en de vijftien sessies. Dit is afhankelijk van de klacht van de cliënt. De duur is afhankelijk van de klacht, maar ligt gemiddeld tussen de vijf en vijftien sessies. Een sessie duurt ongeveer vijftig minuten. Behandelingen kunnen elke week plaats vinden of één keer in de twee of drie weken.